dag 26 … mooie tocht, maar zwaar en stekelig …
woensdag 19 juni 2019, Ponferrada – las Médulas
via Toral de Merayo - Villavieja
32 km – totaal 623 km
Tot aan vertrek stond ik in dubio of ik de Camino de Invierno zou gaan lopen. Weer behoorlijk alleen of met een groter aantal andere zielsverwanten.
Wellicht is het de laatste keer en ik ben toch in de buurt. Francés heb ik al een paar keer gezien. Dus toch maar de Invierno gekozen en dus terug naar de Puente Romano aan het begin van Ponferrada.
De tocht begon schitterend. Fris, kruidig, niet te sterk glooiend omhoog. Zo te zien een welvarende streek. Na 2 uur in Toral de Merayo. De plaatselijke bar (Mariluz) was wel open, maar nog niet in bedrijf. Het was nog vóór negenen. Even wachten dus maar.
De bardame was druk aan het werk met schoonmaak en opruim werkzaamheden. Maria kwam uit Andalucía en op mijn vraag waarom ze dan hier in de koude, natte bergen woonde, moest ze lachen. Hier was destijds meer werk, was ze met een man getrouwd, die inmiddels weer was vertrokken, en bestierde nu met haar zoon het café restaurant. Na de eerste nog maar een extra kop koffie besteld.
Vervolgens weer verder richting Santalla del Bierzo. Ik had het plan daar te stoppen (leek een mooie afstand) om te zien of er wat te eten was. Net vóór Santalla, bij de mirador (mooi uitzicht), kwam ik Daniël tegen. Een Duitser, die ook al een tijdje onderweg was. Hij was vanaf Granada naar Salamanca gelopen (Mozarabe). Vervolgens richting León en Ponferrada.
In het dorpje zou een bar zijn. Was er ook wel, maar gesloten. Dus geen eten of drinken. Bij een schooltje op het plein waar ik even was gaan zitten, gevraagd of ze wat water voor me hadden. Dat hadden ze en op zich zat je er niet verkeerd, maar er gebeurde niet zo erg veel.
Vervolgens op weg naar Villavieja. Een oud dorpje hoog in de bergen, waar vroeger wel wat mijnbouw was en goud werd gedolven. Een zeer fraaie tocht, maar erg steil en zwaar. Bij de tocht omhoog zie je boven op de berg, aan de andere zijde van het dal, het Castillo de Cornatel liggen. Je kijkt er eigenlijk steeds tegen aan bij de tocht omhoog.
Boven in het dorp niets en niemand; dus maar even pauze. Om de weg te vervolgen, ga je eerst nog een stukje omhoog en dan pas omlaag. Op zeker moment kom je bij/ onder het Castillo de Cornatel. Voor je zie je een uitgestrekte vallei met het begin van een pad en een asfalt (auto)weggetje dat een grote omweg om het veld maakte. Als loper kies je dan dus voor het pad. Na enige tijd liep dat dood/ vast in het veld met stekels, distels, hoge begroeiing van allerlei soorten grassen. Doordat het einde van het veld niet zo ver weg leek te zijn, loop je door. Het werd echter steeds moeilijker en bloederig vanwege de doornen. Ik denk dat ik ¾ - 1 uur heb gedaan over een stukje veld van 100 meter, dat best steil omlaag afliep. Mijn benen hadden behoorlijk geleden en waren nogal bebloed en geschramd.
Beneden kwam ik een andere wandelaar tegen. Hij had kennelijk een andere weg gevonden. Type dagwandelaar, klein rugzakje. In de weer met kaarten, want hij had geen bereik op zijn mobiel. Hij zag er nog redelijk fit uit. Even een praatje waar naar toe en dan weer verder. Ik had ongeveer nog een kwartiertje/ 2 km te gaan naar Borrenes volgens Google maps. Er was een barretje en er dus maar gedronken en wat gegeten.
Na een tijdje kwam ook de wandelaar aan die ik eerder had gezien. Paul, een Ier, die op zoek was naar een slaapplaats, want die was gereserveerd in dit dorp, maar hij kon niets vinden. Zijn maat (Michael) had gereserveerd, maar hij wist de naam van het hotel niet en kon Michael niet bereiken.
Na een tijdje kwam er een andere man aan. Michael. Het bleek dat het hotel (casa rural) vlak tegenover de bar was gelegen. Michael was een Canadees. Zij hadden elkaar een paar jaar geleden op de Camino Francés ontmoet en sindsdien lopen ze elk jaar een stuk camino in Spanje.
Inmiddels was de tijd al aardig gevorderd, had ik vandaag al een km of 28 gelopen en had eigenlijk geen zin meer om veel verder te lopen. Het hotel hier vond ik te prijzig en ik had al laten weten dat ik in las Médulas (alojamiento Soccorro) zou slapen. Heb een taxi besteld en me de laatste 4 km laten brengen.
Las Médulas is een wandelaars dorp met een paar voorzieningen (bars/ restaurants), die overigens momenteel maar beperkt geopend waren. Verder ook niet zo erg veel te beleven. In de avond kon ik niet meer warm eten (dus nog maar een broodje ham), maar ontbijt kan wel in het pension.
Het was wel een mooie dag, maar toch wel behoorlijk zwaar en vermoeiend.
dag 27 … het zou een dagje dalen zijn …
donderdag 20 juni 2019, las Médulas – o Barco de Valdeorras
via Puente de Domingo Flórez - Sobradelo
31 km – totaal 654 km
Vanaf las Médulas naar Barco de Valdeorras leek op papier een relaxed dagje te worden.
De pensionhoudster had ontbijt klaargezet. Ze vond het zelf nog te vroeg om op te staan als de gemiddelde pelgrim vertrok. De koffie hoefde ik alleen maar op te warmen in de magnetron; de rest stond klaar om te gebruiken. Opgewarmde koffie vind ik overigens niet te drinken, maar goed.
Vertrek om een uur of 7.20. Het eerste stuk moest er eerst nog wat geklommen worden. Mooie brede weg, goede temperatuur, wellicht nog wat fris. Las Médulas (de uitstekende toppen) lagen achter me, maar vóór de zon. De kleuren ervan zag je dus niet zo erg goed (terracotta). Het was echt een schitterende omgeving (bergachtig) om in te wandelen. Het was echter niet alleen dalen. Het waren heel veel stukjes stijgen en dan weer omlaag, stukje stijgen, enz. En dat héél veel keer. Dat bij elkaar opgeteld stijg je toch behoorlijk veel op zo’n dag (100 keer 10 meter is tenslotte ook 1000 meter).
In Puente de Domingo Flórez de eerste koffiestop. Uitgebreid genoten. Je loopt eigenlijk de gehele dag naast de Río Sil, langs de spoorlijn en de autoweg in de diepte naast je. Je loopt er een aantal honderden meters boven en soms zak je weer naar het zelfde niveau.
Wat wel is, is dat het erg rumoerig is. Er zijn n.l. heel veel zagerijen die de leisteen verwerken tot handzame brokken, ofwel de tegels en de leisteen dakbedekking, zoals wij die kennen.
De kersen onderweg smaakten overigens uitstekend. Het meeste laaghangende fruit was inmiddels wel verdwenen, maar met mijn méér dan gemiddelde lengte, kan ik toch nog wel aardig aan mijn maaltje komen.
Het zijn overigens toch wel stille dagen, althans dat vind ik. De cafébaas in Sobradelo vind het druk. Er waren vandaag al 9 mensen langs gekomen. Een groep van 7 fietsers en 2 wandeldames vanochtend vroeg al). Drukker dan andere jaren, dat wel. Nog een foto voor de website van de bar (Bar Mar) en iedereen was tevreden.
De kokkin vroeg of ik soms een “frikandel” of een “broodje kroket” wilde. Uiteraard grote verbazing mijnerzijds. Maar ….., zij had een jaar of 10 op Majorca gewerkt, dus vandaar.
Cynthia, de barjuf uit Equator, was in NL en óók in Rotterdam geweest en vond dat daar veel kerken waren. Ik vertelde haar, dat in míjn geboorteplaats me dat nooit zo erg was opgevallen. In elk geval genoeg gespreksstof voor bij de lunch.
Het laatste stuk naar o Barco de Valdeorras was warm en duurde lang; nog steeds heel veel op en neer.
En als ik mezelf dan zo zie en voel lopen
- onderzijde schoenen half vlak/ half profiel; ze zouden niet door de apk komen;
- binnenwerk schoenen, na een paar duizend km, wat in verval geraakt;
- sokken die de laatste voeten omvatten en dus ook onder de laatste benen lopen;
- idem voor ondergoed en loopbroek; wellicht wat afgevallen (minder overtollig buikvet), maar zonder elastiek of ander verband slobbert het toch een beetje;
- loopshirt met een paar sleetse plekken op de rug door de rugzak; zal het nog wel een weekje uithouden, maar daarna toch wel bestemming poetslap;
Kortom: een wat pover geheel. Ik had ook wel een beetje met mezelf te doen.
Na een tijdje zwoegen en een zeer steile laatste klim aankomst in o Barco de Valdeorras. De eerste de beste bar gevraagd naar mijn pensión/ hostal. “Nou …….., dat is nog wel een eindje verderop”. Weet je, het zijn hier allemaal lang gerekte bergdorpen, die meelopen met het dal van de Río Sil. Het was achteraf nog ruim 3 km voordat ik mijn slaapplaats (Pensión do Lar) zou bereiken.
Eigenlijk tegen mijn gewoonte in (normaal gesproken, drink ik nooit alcohol als ik nog niet bij mijn slaapplaats ben) maar hier dus maar eerst dus een biertje en pauze.
Ik liep gedurende de gehele weg Barco in, langs de Río Sil in een parkachtige omgeving. Heel veel terrasjes, zonnig, veel vertier. Het zag er zeer gezellig uit.
Toen ik ’s-avonds terugkwam om wat te eten, regende het, was vrijwel alles gesloten en was er bijna niemand meer op straat. Soort grauwsluier over het plaatsje, nou ja.
dag 28 … rust(ig) dagje tussendoor …
vrijdag 21 juni 2019, o Barco de Valdeorras – a Rúa de Valdeorras
via Villamartin de Valdeorras
16 km – totaal 670 km
Vandaag écht een rustige dag. Een beetje monotoon wellicht en ik in een sombere bui na gisteren. Maar goed, 13 km op papier, dat wil zeggen vroeg klaar. Tussen de middag warm eten. Geen verrassingen in de avond dat er niets open is op een fatsoenlijke tijd.
In de 13 km naar Rúa zou er ook geen bar of iets zijn om even te pauzeren, of je moet een stuk omlopen de grote weg over. Dat viel echter mee. Na ca 7 km Villamartin de Valdeorras met een bord naar een bar, 200 meter. De moeite waard.
Uitgebreid koffie. Ik was de eerste, maar later kwamen er nog een paar joggers langs en een tweetal vrouwen op weg naar hun werk. Restaurant/ bar annex speeltuin.
Na een tijdje in half zon, half schaduw, toch maar weer verder. Je moet het feest ook niet te veel rekken.
Ook hier onderweg nog een paar leisteen zagerijen (zeer luidruchtig in bedrijf). En dan vrij vroeg (ca 12.00 uur) in a Rúa de Valdeorras. Ook dit is een langgerekt plaatsje en weer aan het einde (voor mij althans) mijn pensión/ slaapplaats. Ik moet morgen ca 500 meter terug voor ontbijt en de vervolgroute.
Pensión Fabio Sanchez is overigens een uitstekend pensión met een schitterende kamer. Aanrader. Zeer fraai uitzicht op de río Sil (Encoro de San Martiño) en de er tegenover liggende bergen. Het kon minder.
Tussen de middag warm gegeten. Wat me altijd verbaasd, is dat het altijd , waar dan ook, zo druk is. Families met kinderen en grootouders, een koppeltje werklieden, losse werkers/ reizigers met kantoor aan tafel, verdwaalde pelgrims zoals ik. Kortom, meestal wel aardig gevuld. Verder de middag doorgebracht (in a Rúa de Valdeorras is niet zo veel te doen).
Morgen weer een langere dag, zodat die minder lang duurt.
dag 29 … klimmend in mooie omgeving, maar zwaar …
zaterdag 22 juni 2019, a Rúa de Valdeorras - Quiroga
via Montefurado - Bendilló
30 km – totaal 700 km
Vandaag leek het weer een pittige dag te worden. Stijgen/ dalen zonder enige voorziening onderweg. Niks bar, niks koffie, niks dan bos en berg.
Dus eerst maar uitgebreid ontbijt. Moest hiervoor wel een stukje terug naar het dorp. Maar het is niet anders. Rúa uit is meteen stijgend. Ik ben niet zo zeer van het asfalt, maar vandaag een verademing. De oude LU933 stijgt en daalt minder snel dan in de bossen en is zonder al te veel uitstekende stronken. Soms gaat de camino er een stukje vanaf, door een gehuchtje of een afsnijdend bospad, en dan voel je de benen.
Eigenlijk gaat het zo de gehele dag door.
Het eerste dorp Alvaredos: geen levende ziel, zelfs geen dieren. Volledig doods en verlaten. Maar weer verder richting Montefurado (overigens is dit een ander plaatsje dan op de camino primitivo; onze kerst-/ nieuwjaarskaart van enkele jaren geleden).
In, net vóór, Montefurado is een station. Voor wat of voor wie is mij een raadsel. In het plaatsje heb ik 2 mannetjes gezien. Eén sproeide de plantjes/ bloemen voor zijn woning en de ander liep met een bak brandhout op zijn schouder. Er stond ook een auto bij de kerk. Iets verder, toen ik het plaatsje uitliep, zag ik nog een man die wat herstelwerkzaamheden pleegde aan een huisje/ bouwval.
Verder de gehele dag zo’n beetje hetzelfde beeld. Bergen links en rechts. Het camino-pad een paar honderd meter boven de río Sil, de spoorlijn en de N120, erg slingerend het dal en de rivier volgend.
Was wel erg vermoeiend. In de middag, een km of 7 vóór Quiroga, werd het warmer. De zon brak door de wolken en meteen heet/ benauwd.
Bij binnenkomst Quiroga eerst maar even gezeten en wat gegeten en gedronken.
De hostal ligt aan het einde van Quiroga vanuit mijn binnenkomst gerekend. Dit weekend zijn de feesten van San Juan, maar daarvan heb ik nog niet veel gemerkt.
Paul (IRL) en Michael (CND) waren ook in de hostal. Ze hadden vandaag ca 36 km gelopen. Ik had ze eerder kort in Borrenes gezien waar ik verder ging naar las Médulas. Samen gegeten bij Chapacuña (Gallego).
Niet te laat naar bed; toch wel wat vermoeid. Ik tel de dagen per dag. Voor morgen heb ik de etappe in 2 gesplitst. Dus maar een kort stukje naar a Labrada.
dag 30 … toch droog gebleven onderweg …
zondag 23 juni 2019, Quiroga – a Labrada
via de LU 933
16 km – totaal 716 km
Vannacht vreselijk geregend. Bij opstaan wat minder. Wisselende weersverwachting voor vandaag. De tocht is een km of 15, dus er is enige marge voor vertrek.
07.30 ontbijt en het begon te regenen. Ik besloot maar heel stil te blijven zitten en het vertrek nog maar even uit te stellen. Desnoods een dag, want voor morgen wordt het droog en heet voorspeld. Ben benieuwd.
Om een uur of 11 leek het wat lichter te worden en hield de regen op. Rugzak in de regenkap en de poncgo bij de hand. Paul en Michael maakten zich ook op voor vertrek, maar waren wat later.
De weg was vrijwel identiek aan gisteren. Ik had besloten de LU933 te blijven volgen en me niet te wagen aan capriolen op natte, glibberige bospaden de bergen op en neer. De weg liep uitstekend. Stijgend, dalend maar niet erg steil. Rechts berg, links berg en daartussen de río Sil, de spoorlijn en de N120.
Het bleef droog vandaag, maar weer bedekt en grijs. Op zich een goede temperatuur.
Na 16 km a Labrada. Een hostal (Pacito) onder het viaduct van de N120, een meter of 50 erboven. Verder niets. Je kunt er avondeten, drinken en voor morgenochtend was er een ontbijt. Reeds klaargemaakt, want zo vroeg was er nog geen leven in de hostal.
Afhankelijk van het weer weer terug naar de camino richting Monforte de Lemos.